De laatste auto van mijn grootouders was een Citroën
2CV, beter bekend als ‘de Geit’. Zij hadden eind jaren ’70 zo’n
grasgroen exemplaar dat toen, samen met de Charleston versie, erg in trek was
en ze waren zeer gehecht aan hun karretje.
Mijn bompa was niet zo’n beste chauffeur en hoewel de
bomma dat nooit over haar lippen kreeg nam zij het zekere voor het onzekere en ging
ze steeds achteraan zitten onder het mom van de voorzetel voor de hond te
reserveren. Zo liet zij zich rondrijden door haar chauffeur mét hond en werden de
nodige kilometers op de teller gezet.
Tot mijn bompa het wijze besluit nam dat zelf rijden
echt niet meer kon en zij hun karretje verkochten aan een zorgvuldig
uitgezochte jonge dame die het de dag daarna total loss reed.
Ik heb altijd goede herinneringen gehad aan die geit
en mijn eerste karretje werd de veel minder bekende opvolger van dit populaire
wagentje, een Citroën Visa. Het was ook een sympathiek basic, low budget
autootje dat snorde als een naaimachine en waar ik behoorlijk aan gehecht was. Een
schoonheid was het zeker niet en mijn Visa had ook niet de charme van de geit,
maar zelfs als mijn toenmalige echtgenoot mijn karretje smalend ‘het
ijskarretje’ noemde kon dat mijn liefde voor dat wagentje niet bekoelen.
Tot ik op een hete zomerdag door de remmen trapte en
de beslissing of zoveel kosten maken voor zulk een oud wagentje nog verantwoord
was zich opdrong, een beslissing die in het nadeel van mijn ijskarretje
uitviel. Dus werd mijn eerste autootje met een beetje pijn in het hart
ingeruild voor een ander exemplaar, maar je eerste karretje vergeet je niet.
Maar niet getreurd, want ik las vandaag in de krant dat Citroën
plannen uit de kast haalt om ‘de Geit’ in een nieuwe, moderne versie te
produceren. Ik ben in ieder geval heel benieuwd naar het resultaat.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten