In Houston waren de huizen een stuk goedkoper dan in
België en werden ze in sneltempo door Mexicaanse arbeiders gebouwd. Het waren
dan ook houtconstructies en daar zit hem het verschil. En in die goedkope Mexicaanse werkkrachten waarschijnlijk maar dat is eerder een veronderstelling van mijn kant. Er werden hele wijken
opgetrokken in uniforme bouwstijl waar wat voor valt te zeggen, maar ik vond
dat ook een beetje saai.
In het oude stadsgedeelte had je, wat ze Victoriaanse huizen, noemden en die vond ik dan wel heel mooi. Die huizen dateerden van begin 1900 en werden als waardevol erfgoed bewaard en onderhouden. Wij hebben ooit zo’n huis bezocht en ik was bijzonder gecharmeerd door de authentieke elementen in die woning. Zo verbaasde de makelaar zich er over dat er een strijkplank in een kast ingebouwd zat, want die zie je niet veel meer in Houston, was haar commentaar.
Steen of hout, ik veronderstel dat er voor beiden iets
te zeggen valt en misschien is het gewoonte maar ik vond dat er aan die houtconstructies
toch wel wat nadelen zijn. Zo is zo’n huis veel gehoriger dan een stenen
exemplaar en dat is met kinderen met luide muziek niet altijd even aangenaam.
De prijs en het snelle bouwen zijn dan weer een groot voordeel natuurlijk, maar
daar staat tegenover dat dingen sneller kapot gaan in een houten huis en het
veel onderhoud vergt. Vermits wij ons huis huurden was dat niet echt ons probleem,
hoewel het wel bijvoorbeeld gênant was dat de dochter, annex wildebras, net de
dag voor wij bezoek kregen van onze huisbaas, met haar knie door de muur ging
en een mooi groot gat achterliet … .
Geen opmerkingen:
Een reactie posten