zaterdag 10 december 2011

Tante nonneke


Heel lang geleden, toen ik nog piep was en de dieren nog spraken, had ik een tante nonneke. Helemaal juist is dat niet, want het ging om de tante van mijn vader maar voor de gemakkelijkheid was tante nonneke haar roepnaam. 
Nu was dat tante nonneke niet bepaald een katje om zonder handschoenen aan te pakken en je kan gerust stellen dat zij een kleurrijke figuur was.  Niet letterlijk natuurlijk, want tante nonneke was, zoals toen nog gebruikelijk, uitgedost in een saaie grijze overgooier met witte blouse en bijpassend kapje op haar hoofd. Maar wat zij tekort kwam aan uitstraling werd ruimschoots vergoed door haar flamboyante persoonlijkheid. 

Zo kon tante nonneke bijvoorbeeld alles gebruiken. Als zij op bezoek kwam zorgden wij er dan ook voor dat onze dierbare spullen veilig uit het zicht en in de kast zaten want anders liep je het risico dat zij wel die of diegene kende die juist dat dierbare ding van jou zo nodig zou hebben. Andersom kregen wij ook dikwijls de meest onbruikbare cadeautjes van tante nonneke, die zij waarschijnlijk bij iemand anders had afgetroggeld. Zo waren wij de trotse bezitters van een afzichtelijk houten Tijl & Nele beeld, dat mijn moeder, iedere keer als tante nonneke op bezoek kwam, uit de kast haalde en uitstalde op de meest prominente plaats in huis, wat door tante nonneke steeds goedkeurend werd opgemerkt.
En hoewel tante nonneke ons te pas en te onpas op de vingers tikte voor werkelijk of ingebeeld slecht gedrag was zijzelf zeker niet heilig. Zo deed ze niets liever dan tot laat in de nacht met de mannen kaarten voor geld en hoewel niemand haar ooit heeft kunnen betrappen, was er een donkerbruin vermoeden dat ook vals spelen haar niet vreemd was.
Gelukkig ging zij iedere zondag plichtsbewust naar de kerk en werden al die zonden vergeven. Jammer genoeg moest er altijd een slachtoffer mee en ik denk nog steeds met afschuw terug aan de momenten dat ik slachtoffer van dienst was. Alsof het al niet erg genoeg was dat je op zondagmorgen zo vroeg uit je bed moest, kreeg je voortdurend uitbranders tijdens de dienst omdat je de tekst van een bepaald gebed of lied niet kon mee prevelen, terwijl tante nonneke je letterlijk aanporde tot geveinsd enthousiasme. Toen ik begon te puberen en opstandig besloot om niet meer ter communie te gaan was mijn probleem onmiddellijk opgelost want dat kon tante nonneke natuurlijk niet toelaten en dus werd ik, tot mijn grote opluchting, niet alleen uit de gratie maar ook van de lijst van mogelijke slachtoffers geschrapt.
Van zachtzinnigheid kon je tante nonneke ook niet bepaald beschuldigen. Hoe ze het juist gedaan heeft is een verhaal dat voor altijd verborgen in de tijd zal blijven, maar zij is er ooit in geslaagd om op haar kanariepietje te gaan zitten.
‘Het beestje zei alleen nog maar piep voor het stierf’ vertelde zij keer op keer.
Gezien de gestalte van tante nonneke was iedereen verwonderd dat het arme dier nog kon piepen alvorens de geest te laten en sindsdien werden niet alleen kleine kinderen maar ook dieren veiligheidshalve uit haar buurt gehouden.
Nu kan je je voorstellen dat een figuur als zij regelmatig over de tongen ging en geplaagd werd. Zo hebben de mannen in de familie ooit de grootste pret gehad toen de overgooier van tante nonneke, na een toiletbezoek, met een punt in de gigantische witte tent die haar onderbroek was, is blijven steken. De heren der schepping hadden er zo’n schik in dat zij het mens een hele middag zo hebben laten rondlopen. Dat, was de enige keer dat ik medelijden had met tante nonneke!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten