Mijn bomma was een echte dierenvriend en vermits wij
als kind veel tijd bij haar doorbrachten hebben wij altijd gedeeld in haar
dierenliefde.
Ik heb er zelf geen herinneringen aan, maar foto’s en
verhalen uit de tijd toen ik nog een lopertje was, vertellen mij dat zij ooit
kippen hield. Toen de vier ukjes die haar kleinkinderen waren ten tonele
verschenen ging de haan van dienst naar het schijnt nogal tekeer. De heer des
huizes viel ons aan en pikte hevig in ons hoofd, met de nodige heisa tot gevolg.
Olieverf op doek van Gudrun Sallaberger-Plakolb |
Mijn bompa, wiens dierenliefde eerder door de maag ging, heeft dat probleem snel opgelost door die arme haan, die tenslotte slechts plichtbewust deed wat in zijn genen voorgeprogrammeerd stond, zonder verpinken in de pot te draaien en ik ben ervan overtuigd dat hij hem met veel smaak heeft verorberd.
Exit kippen dus, maar er volgden nog een hele reeks
beesten en beestjes. Die dieren waren dikwijls wezen of vondelingen, dus je kan
wel stellen dat er speciale karaktertjes tussen zaten.
Zo was er bijvoorbeeld het venijnige Pinkstertje waar
ik het al eens over had en mijn bomma was ooit ook de trotse eigenaar van een
prachtige Fox terriër die zich altijd van zijn sportiefste kant liet zien. Het
beest had namelijk de vervelende gewoonte om weg te lopen en ondanks het feit
dat wij uiterst voorzichtig waren om de voordeur te openen als hij in de buurt
was en er straten ver achter liepen als hij dan toch weer kon ontsnappen, was
hij keer op keer de pist in. Dan bleef hij een paar dagen, of zelfs een beetje
langer spoorloos om daarna, compleet uitgeput en uitgehongerd, zijn weg terug
naar huis te vinden. Daar werd hij steeds weer met open armen verwelkomd en
vertroeteld tot mijnheer genoeg had van het huiselijke leven en opnieuw de
wijde wereld introk. Op een keer vonden wij hem wel heel erg lang wegblijven en
tot op heden vraag ik mij nog altijd af of hem iets is overkomen of hij een
betere thuis heeft gevonden.
Maar het waren niet alleen honden die mijn bomma
verzorgde en vertroetelde. Zij heeft ook
een mooie grijze roodstaart papagaai gehad die naar de originele naam Jako luisterde.
Het beest was best intelligent want als de weerman van dienst op de buis kwam
riep hij gegarandeerd ‘leugenaar’, in navolging van mijn bomma natuurlijk. Of als de telefoon rinkelde riep hij ‘hallo’
in koor. Maar die papegaai plukte zich kaal en beet mijn bomma constant in de
vingers wat zij natuurlijk niet op prijs kon stellen. Op een dag kwam er
toevallig een klusjesman langs die razend enthousiast was over de papegaai, waarop
mijn bomma, die al dat gepluim en gebijt hartsgrondig beu was, hem prompt met
hok en al meegaf. Toen zij Jako later nog eens ging bezoeken zag hij er prima uit.
Zijn veren waren helemaal bijgegroeid en hij kon het zo goed vinden met zijn
nieuwe baasje dat die gewoon met hem op de schouder buiten kon wandelen en van
bijten was al helemaal geen sprake! Blijkbaar was Jako een zij en met haar
mannelijk baasje kon zij het opperbest vinden.
Zo zie je maar; zelfs dierenliefde moet van twee kanten komen!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten